De stille kracht achter Robbedoes: een eerbetoon aan Thierry Martens
In de annalen van de Belgische stripwereld staan enkele namen met gouden letters geschreven. Naast de briljante tekenaars en scenaristen die ons iconische helden schonken, waren er de visionaire figuren achter de schermen. Thierry Martens (1942-2011) was zo’n figuur. Als voormalig hoofdredacteur van het weekblad Spirou, in het Nederlands beter bekend als Robbedoes, speelde hij een cruciale, zij het vaak discrete, rol in de bloeiperiode van het Europese stripverhaal. Zijn overlijden in 2011 liet een leegte na, maar zijn erfenis is nog steeds voelbaar in de pagina’s van talloze klassiekers.
Martens was meer dan zomaar een hoofdredacteur; hij was een encyclopedie op twee benen, een gepassioneerd historicus van het beeldverhaal en een scherpzinnige talentenjager. Zijn periode aan het roer van Robbedoes, van 1968 tot 1978, wordt door velen beschouwd als een gouden tijdperk. Hij nam het stokje over van de legendarische Yvan Delporte en slaagde erin om het magazine door een veranderend striplandschap te loodsen, met respect voor het verleden en een open blik naar de toekomst.
Een nieuwe wind bij Dupuis
Toen Thierry Martens in 1968 hoofdredacteur werd, bevond de stripwereld zich op een kruispunt. De klassieke helden van de school van Marcinelle, zoals Robbedoes, Guust Flater en de Smurfen, waren nog steeds immens populair, maar er was ook ruimte voor vernieuwing. Martens begreep dit perfect. Hij was geen luidruchtige revolutionair, maar een bedachtzame strateeg die met een fijn oog voor kwaliteit nieuw talent een podium gaf.
Onder zijn leiding kregen series die later uitgroeiden tot onmisbare klassiekers een prominente plaats in het blad. Hij was de man die het potentieel zag in jonge, ambitieuze makers en hen de kans gaf om te groeien. Zijn bijdragen waren van onschatbare waarde en omvatten onder meer:
- De lancering van nieuwe iconen: Martens was instrumenteel in het succes van series als Natasja (door François Walthéry), Yoko Tsuno (door Roger Leloup) en De Blauwbloezen (Les Tuniques Bleues, door Raoul Cauvin en Louis Salvérius, later Willy Lambil). Deze reeksen brachten nieuwe thema’s en sterkere vrouwelijke protagonisten naar een publiek dat voornamelijk mannelijke helden gewend was.
- Het koesteren van talent: Hij gaf scenarist Raoul Cauvin, die later zou uitgroeien tot een van de meest productieve en succesvolle stripmakers van Europa, volop de ruimte. Ook tekenaars als Berck (Sammy), Marc Wasterlain (Dokter Zwitser) en Bernard Hislaire (Frommeltje en Viola) kregen onder zijn vleugels de kans om hun stempel te drukken.
- Balans tussen traditie en moderniteit: Martens zorgde ervoor dat de gevestigde waarden, zoals het werk van André Franquin, Peyo en Morris, de ruggengraat van het blad bleven vormen. Tegelijkertijd introduceerde hij een meer volwassen en diverse toon, waardoor Robbedoes relevant bleef voor een oudere wordende lezersgroep.
Zijn aanpak was minder flamboyant dan die van zijn voorganger Delporte, maar minstens even effectief. Waar Delporte de creatieve chaos omarmde, bracht Martens structuur en een intellectuele diepgang die het medium naar een hoger niveau tilden.
Meer dan alleen hoofdredacteur: de man achter M. Archive
Wat Thierry Martens uniek maakte, was zijn dubbelrol als manager en als inhoudelijk expert. Hij was niet enkel de baas, hij was een kenner. Deze passie voor de geschiedenis van de strip kwam tot uiting in zijn werk onder het pseudoniem M. Archive. Onder deze naam schreef hij talloze redactionele stukken, voorwoorden en achtergrondartikels die de lezers een dieper inzicht gaven in het werk van hun favoriete tekenaars.
Zijn kennis was fenomenaal. Hij was de drijvende kracht achter de prestigieuze archiefcollecties Tout Jijé en Tout Franquin, waarin het volledige oeuvre van deze stripgiganten werd gebundeld en van context voorzien. Voor Martens was de strip geen wegwerpproduct, maar een volwaardige kunstvorm met een rijke geschiedenis die het verdiende om bestudeerd en bewaard te worden. Hij was in zekere zin de eerste echte ‘archeoloog’ van de Belgische strip.
Deze diepgaande kennis stelde hem in staat om weloverwogen beslissingen te nemen en het creatieve talent bij uitgeverij Dupuis optimaal te begeleiden. Hij was een passeur, een bruggenbouwer tussen de oude meesters en de nieuwe generatie.
Een leven na Robbedoes
In 1978 zette Martens een stap terug als hoofdredacteur, maar zijn liefde voor het beeldverhaal bleef onverminderd groot. Hij bleef actief als schrijver, vertaler en adviseur. Zo schreef hij scenario’s voor de detectivereeks Le Furet en bleef hij bijdragen aan naslagwerken over de stripwereld. Zijn invloed reikte ver buiten de muren van de Dupuis-redactie.
Zijn nalatenschap is er een van stille kracht en intellectuele integriteit. Hij was geen man van de schijnwerpers, maar zijn werk heeft de carrières van tientallen artiesten gevormd en het leesplezier van miljoenen lezers verrijkt. Hij bewees dat een goede redacteur niet alleen een poortwachter is, maar ook een tuinman die talent zorgvuldig cultiveert en laat bloeien. De Belgische en Europese stripwereld is hem daarvoor eeuwig dankbaar. Thierry Martens was een hoeksteen van de Negende Kunst, en zijn visie werkt tot op de dag van vandaag door.
Veelgestelde vragen over Thierry Martens
1. Wat was de belangrijkste bijdrage van Thierry Martens aan de stripwereld?
Zijn belangrijkste bijdrage was wellicht zijn unieke combinatie van talentontwikkeling en historisch besef. Hij lanceerde niet alleen iconische nieuwe series zoals Natasja en De Blauwbloezen, maar professionaliseerde ook de studie van de stripgeschiedenis met zijn werk als ‘M. Archive’, waardoor het medium meer serieus werd genomen.
2. Waarom was zijn periode als hoofdredacteur bij Robbedoes zo belangrijk?
Zijn ambtstermijn (1968-1978) was een cruciale overgangsperiode. Hij wist de erfenis van de ‘gouden jaren’ te bewaren en tegelijkertijd het magazine te vernieuwen met modernere thema’s en een nieuwe generatie tekenaars en scenaristen. Dit zorgde ervoor dat Robbedoes relevant en toonaangevend bleef in een veranderend medialandschap.
3. Tekende Thierry Martens zelf ook strips?
Nee, Thierry Martens was geen tekenaar. Zijn grote kracht lag op een ander vlak: hij was een uitzonderlijk begaafde scenarist, historicus, vertaler en bovenal een visionair hoofdredacteur. Hij herkende en begeleidde het talent van anderen, wat hem tot een van de meest invloedrijke figuren achter de schermen van de Europese strip maakte.
|